Aalsmeer, 23 september 2025
"De programmabegroting 2026: samen kansen grijpen en doelen realiseren"
Geachte raadsleden,
Voor u ligt de programmabegroting 2026. In deze programmabegroting leggen wij u de beleidsmatige en financiële vertaling voor van de eerder vastgestelde bestuurlijke kaders.
De bestuurlijke kaders zijn, zoals u gewend bent, vastgelegd in de Kadernota 2026 die door u is vastgesteld op 3 juli jl.
In maart 2026 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Dus is dit de laatste programmabegroting die wij u aanbieden. Het is aan een nieuw college om het stokje daarna van ons over te nemen. De Kadernota 2026 bevatte daarom weinig voorstellen voor nieuw beleid.
We staan nationaal voor grote transities in het sociaal domein, de woningbouw en de energietransitie, waarbij geopolitieke spanningen en technologische ontwikkelingen, demografische verschuivingen en ruimtelijke druk vragen om doordachte keuzes op lokaal niveau. Slimme ruimtelijke keuzes zijn niet alleen nodig om te bouwen voor de toekomst, maar ook om leefbare wijken, bereikbaarheid en voorzieningen te creëren, wat weer een directe link heeft met het sociaal domein en de veiligheid.
De druk op het sociaal domein is hoog, met name in de jeugdzorg en Wmo. Preventie, samenwerking en het versterken van onderlinge hulp blijven nodig om zorg en ondersteuning toegankelijk houden én financieel haalbaar. Dit vraagt wat van onze inwoners en hun netwerk, maar ook van werkgevers/bedrijven. Een gezonde leefomgeving draagt bij aan welzijn, preventie en participatie aan de maatschappij. Zowel fysieke, sociale als veiligheidsfactoren beïnvloeden hoe gezond mensen leven en hoe zij het leven in Aalsmeer ervaren en waarderen. In een tijd van toenemende dreiging van ondermijning en criminaliteit is het versterken van sociale controle en samenwerking met inwoners en partners van groot belang. En tegelijkertijd is het kunnen komen tot ontspanning, bijvoorbeeld door te sporten, bezig te zijn met kunst en cultuur of (op andere wijze) samen te zijn met anderen essentieel.
Het komende halfjaar gaan wij met dezelfde elan verder om gestarte zaken zoveel mogelijk af te ronden en een stevige basis voor het volgende college achter te laten.
Dit betekent onder andere dat we in 2026, naast de uitvoering van vele onderwerpen, acties, programma’s en (ruimtelijke) ontwikkelingen, we o.a.:
- Verder gaan met de uitvoering van het mantelzorgplan;
- Ons richten op voldoende woningaanbod met passende zorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen;
- Werken volgens de menselijk maat zodat inwoners een samenhangende en mensgerichte benadering ervaren;
- Het programma “grip op jeugdhulp” voorzetten;
- Participeren in projecten met cofinanciering vanuit de Regiodeal met als doel de integrale aanpak van vraagstukken die spelen rondom de sierteelt;
- Blijven inzetten op waterveiligheid, veilige evenementen en het tegengaan van ondermijning;
- Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma energietransitie en duurzaamheid;
- De uitvoeringsscenario’s beheer openbaar groen voorbereiden voor de periode vanaf 2028;
- Infrastructurele verbeteringen doorvoeren;
- De Omgevingsvisie afronden en ter besluitvorming aan de raad voorleggen;
- Ons blijven inzetten voor een verbetering van de leefomgeving en een bescherming van de inwoners als gevolg van de nabijheid van Schiphol; en
- Zorgdragen voor een weerbare maatschappij wat noodzakelijk is geworden als gevolg van internationale spanningen.
Wij hebben ons in de afgelopen 3,5 jaar op vele terreinen ingezet. Daarbij zijn we op koers gebleven ondanks financieel onzekere tijden. We zijn geconfronteerd met uitstel van wet- en regelgeving en schommelingen in de gemeentefinanciën. En dat terwijl we voor onze inkomsten voor meer dan 50% afhankelijk zijn van het Rijk. De val van het kabinet maakt dat we op dit moment nog altijd niet weten welke kant het op zal gaan. Wij verwachten dat dit vanwege de landelijke verkiezingen nog wel even het geval blijft.
Des te meer een reden om te blijven focussen op de taken waarop we op lokaal niveau wel onze stempel op kunnen drukken.
Financiële ontwikkeling
De eerste twee jaar van deze programmabegroting zijn sluitend begroot, de baten dekken de lasten. Dat geldt niet voor de twee jaar daarna. Door wijzigingen in de financieringsmethodiek van het Rijk is de begroting vanaf 2028 niet sluitend.
De komende jaren worden daarnaast gekenmerkt door grote onzekerheden. Door de val van het kabinet worden besluiten uitgesteld of gaan helemaal van tafel en we weten niet wat een nieuw kabinet gaat doen. Verder zijn de financiële markten en de economie instabiel als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen met onzekerheden over rente en inflatie als gevolg.
Het goede nieuws is dat door stevig financieel beleid van de afgelopen jaren de gemeente Aalsmeer een buffer heeft. De verwachting is dat de komende periode gekeken moet worden of we ons geld op een andere manier en met andere prioriteiten uit moeten geven. In de Kadernota 2026 hebben we daarvoor een aantal denkrichtingen opgenomen. Besluitvorming hierover laten we aan het volgende college en de nieuwe raad. Dan is hopelijk ook meer bekend of het Rijk, al dan niet incidenteel, ook vanaf 2028 opnieuw met aanvullende middelen over de brug komt.
In dit onderdeel van onze brief gaan we in op het meerjarenperspectief dat in deze programmabegroting wordt gepresenteerd. In de tabel hieronder is de ontwikkeling van het meerjarig begrotingsresultaat opgenomen. De tabel begint met de stand zoals die is vastgesteld bij de Kadernota 2026. Vanaf dat punt worden de wijzigingen toegelicht. Hierbij wordt een uitsplitsing gemaakt op de reeds genomen raadsbesluiten, onderdelen waar geen keuze mogelijk is (autonome ontwikkelingen) en overige ontwikkelingen.
Ook wordt de ontwikkeling van enkele belangrijke financiële kengetallen besproken. We kijken dan naar de weerstandsratio, de schuldpositie en het structurele begrotingsresultaat (het resultaat waaruit de incidentele baten en lasten zijn gefilterd). Ook gaan we in op de ontwikkeling van de lokale heffingen.
Meerjarenperspectief programmabegroting 2026
Het meerjarenperspectief 2026 – 2029 ziet er als volgt uit:
bedrag x € 1.000 | Meerjarenraming | |||
---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Perspectief volgens Kadernota | 3.027 | 1.300 | -597 | -2.380 |
Raadsbesluiten voor Begroting | -1 | -1 | -1 | -1 |
Meerjarenbegroting | ||||
Nominale ontwikkelingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kapitaallasten | 0 | 0 | 0 | 1.013 |
Kostentoerekening | 0 | 0 | 0 | 0 |
Investeringen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige besluitvorming | -1.151 | -902 | -637 | -783 |
Neutrale aanpassingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Begrotingsrechtmatigheid | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.875 | 397 | -1.235 | -2.151 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de begroting 2026 sluit met een positief begrotingsresultaat van € 1,875 miljoen. In de Kadernota 2026 werd een positief resultaat gepresenteerd voor 2026 van € 3,027 miljoen. Met het besluit over de Kadernota is ook de raadsbrief over de meicirculaire 2025 aan u voorgelegd.
Zoals ieder jaar vindt na het vaststellen van de Kadernota een per saldo budgetneutrale mutatie over de verschillende programma’s plaats waarbij de programmabudgetten binnen de diverse programma’s worden bijgesteld voor inflatie (nominale ontwikkelingen), de kapitaallasten worden geactualiseerd op basis van o.a. de realisatie uit de jaarstukken 2024 en vindt er een per saldo budgetneutrale verdeling plaats van de dienstverleningsbijdrage over de programmabudgetten binnen de diverse programma’s (kostentoerekening).
De volgende ontwikkelingen hebben impact (per saldo € 1,152 miljoen nadelig in 2026) op het voorliggende (meerjaren)perspectief:
- Raadsbrief meicirculaire 2025
Op 18 juni hebben wij u geïnformeerd over de financiële effecten volgend uit de meicirculaire 2025 en het 'nadere voorlopige macrobudget 2025 BUIG' en u toegezegd de gevolgen van beide documenten te verwerken in de programmabegroting 2026 (€ 0,425 miljoen nadelig).
- OVA-norm Jeugd en Wmo
Na het vaststellen van de Kadernota 2026 heeft de VNG medio juli de prijsindexcijfers gepubliceerd die gebruikt worden om de tarieven in de zorg te indexeren (de zogenaamde OVA-norm). Het percentage 2026 ligt aanzienlijk hoger dan bij het opstellen van de Kadernota 2026 werd verwacht (5,13% in plaats van 3,56%). In lijn met eerdere besluitvorming heeft de VNG geadviseerd deze indexatie aan te houden. Overeenkomstig dat advies hebben wij dat in deze programmabegroting aangepast. Dekking van deze hogere lasten is gevonden in de stelpost loon-prijs die hiervoor in de programmabegroting is opgenomen.
- Rentelasten en – baten als gevolg van het actualiseren van de liquiditeitspositie
Net als bij voorgaande begrotingen is de liquiditeitsprognose geactualiseerd. De totale financieringsbehoefte in de meerjarenbegroting is € 13 miljoen lager dan in de Kadernota 2026 werd geprognosticeerd. Een minder grote financieringsbehoefte zorgt voor lagere rentelasten (€ 0,294 miljoen voordelig). - Meerjarenonderhoud binnen- en buitensportaccommodaties
Vanwege het ontbreken van een geactualiseerd en integraal meerjaren onderhoudsplan (MJOP) voor de buitensportaccommodaties is de afgelopen maanden een MJOP opgesteld voor de buitensportaccommodaties en is het plan voor de binnensport-accommodaties geactualiseerd. Het financieel effect hiervan is in deze programmabegroting opgenomen (€ 0,507 miljoen nadelig). - Bijstelling budget 2026 bermbeheer na aanbesteding en DVO2 De Meerlanden op basis van areaal.
Het contract voor bermbeheer, onderdeel van DVO2 De Meerlanden moest opnieuw worden aanbesteed nadat de vorige aannemer afzag van verlenging. Door capaciteitsgebrek en ongunstige marktomstandigheden is de uitkomst van deze aanbesteding met slechts één inschrijver financieel nadelig (€ 0,226 miljoen). Daarnaast is de vastlegging van de arealen in het beheersysteem afgerond. In eerdere P&C documenten is voor de hogere kosten als gevolg van areaaluitbreiding een winstwaarschuwing afgegeven. Dekking van de hogere kosten uit dit laatste traject heeft plaatsgevonden uit de daartoe gevormde stelpost areaal.
- Loonkosten en inhuur KOA
Vanwege pensionering van één van de medewerkers van het KOA vindt, in het kader van de warme overdracht, inhuur plaats van een medewerker. De kosten tot 30 juni zijn opgenomen. Ook vindt inhuur plaats in verband met langdurig ziekteverzuim van één van onze medewerkers.
Daarnaast blijkt op basis van een analyse dat de toegekende formatie niet meer past bij de werkelijke bezetting van medewerkers die voor de kernorganisatie werkzaam zijn. Ook dit is bijgesteld. Per saldo is nadelig financieel effect in 2026 € 0,270 miljoen nadelig.
- Overige mutaties
Tot slot is in deze programmabegroting een aantal mutaties opgenomen met een per saldo impact op het begrotingsresultaat van € 0,016 miljoen structureel nadelig. Alle mutaties worden in het hoofdstuk Financiën per programma van deze begroting nader toegelicht.
Lasten en baten programmabegroting 2026
De programmabegroting van Aalsmeer bestaat – zoals bekend – uit acht programma’s. In onderstaande grafiek zijn de uitgaven en inkomsten per programma grafisch in beeld gebracht. Het sociaal domein bepaalt 1/4 van de gemeentelijke begroting, een begroting die voor de inkomsten voor meer dan de helft afhankelijk is van de algemene uitkering van het Rijk.
Begrotingsevenwicht
Uit de tabel met het meerjarig begrotingsresultaat blijkt dat de begroting voor de jaren 2026 en 2027 nog een positief begrotingssaldo laat zien, maar dat vanaf 2028 ook in de Aalsmeerse begroting het effect van de korting van het Rijk op de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn weerslag heeft.
De Provincie Noord Holland toetst in haar rol als toezichthouder of de begroting ‘structureel in evenwicht’ is. Een begroting is structureel in evenwicht als de structurele lasten gedekt worden met structurele baten. Onderstaande tabel laat zien dat dit voor 2026 en 2027 het geval is.
Dat betekent dat deze begroting voor die jaren structureel in evenwicht is. Voor meer informatie over de redenen van het structureel evenwicht verwijzen wij naar het overzicht van incidentele baten en lasten in deze programmabegroting.
Met een structureel en reëel sluitende begroting in 2026 voldoet Aalsmeer aan de voorwaarde van repressief toezicht. Net als ieder jaar geeft de Provincie daarover voor het einde van dit jaar haar oordeel.
Ontwikkeling weerstandsratio
Zoals in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing te vinden is bedraagt de weerstandsratio in deze programmabegroting 2,2. De ratio voor de beschikbare weerstandscapaciteit blijft daarmee, ondanks een actualisatie van de risico’s en de vorming van de bestemmingsreserve om de afschrijvingslasten van het nieuwe zwembad (voor een deel) af te dekken uitstekend.
Dat betekent dat we een voldoende grote buffer achter de hand hebben om incidentele risico’s, mochten deze zich onverhoopt voordoen, kunnen opvangen. Ook biedt dit onder voorwaarden ruimte, in lijn met de notitie van het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) van 21 november 2023, om de algemene reserve in te zetten om binnen de termijn van de meerjarenraming via ombuigingen toe te groeien naar een sluitend perspectief.
Omdat het hier om een incidentele buffer gaat is deze dus niet geschikt om structurele financiële tekorten op te vangen. Daarbij merken wij op dat deze ratio een momentopname is. Een hogere risicopositie of een lager weerstandsvermogen beïnvloedt de ratio.
Ontwikkeling schuldpositie en rentelasten
De onderstaande grafiek laat de verhouding tussen het vreemd vermogen (schuldpositie) en de ontwikkeling van de rentelasten zien. De ontwikkeling van de schulden laat een constant beeld zien in relatie tot het groeiende bezit. De geplande investeringen uit het Meerjarenprojectenplan Buitenruimte (MPP) en het Meerjaren Investeringen Programma (MIP) zijn de oorzaak van de toename van de schuldpositie. Een groot deel hiervan wordt gefinancierd met vreemd vermogen.
Het bedrag dat betaald wordt aan rentelasten stijgt hierdoor de komende jaren.
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de financiële kengetallen. Hieruit blijkt dat de komende jaren de schuldquote oploopt als gevolg van het aantrekken van leningen om nieuw bezit te kunnen financieren, maar dat deze binnen een aanvaardbare bandbreedte blijft.
Ontwikkeling lokale heffingen
Daar waar het mogelijk is vraagt de gemeente kostendekkende tarieven voor geleverde diensten. Op deze manier worden de kosten gelegd bij degene die van de dienst gebruik maakt.
In de Kadernota 2025 is een onderzoek aangekondigd naar de kostendekkendheid van de heffingen en de leges. Dat onderzoek is afgerond. De uitkomsten zijn onderdeel van het raadsvoorstel belastingverordeningen 2026 (raad 11 december).
In de Kadernota 2026 heeft u ingestemd met een nadere uitwerking van een andere vorm van opleggen van de verblijfsbelasting. Ons voorstel is om over te stappen op een tarief op basis van de vergoeding voor het verblijf. In de paragraaf lokale heffingen lichten wij dit nader toe.
Na uitwerking van de uitgangspunten voor de indexatie van de tarieven zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van de Kadernota 2026 en de tariefvoorstellen die in deze programmabegroting zijn opgenomen is de ontwikkeling van de lokale woonlasten 2026 als volgt:
Soort lokale heffing | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|
OZB aanslag woning eigenaar | 505 | 519 | 531 | 553 | 569 |
Rioolheffing eigenaar | 177 | 181 | 188 | 196 | 200 |
Afvalstoffenheffing gebruiker | 237 | 330 | 370 | 411 | 374 |
Woonlasten | 919 | 1.030 | 1.089 | 1.160 | 1.143 |
Eenmalige belastingkorting voor huishoudens in 2022 | -96 | ||||
Woonlasten na belastingkorting | 823 | 1.030 | 1.089 | 1.160 | 1.143 |
% toename t.o.v. vorig jaar | n.v.t. | 5,7% | 6,5% | -1,5% |
Een uitgebreide toelichting op de ontwikkeling van de inkomsten op de lokale heffingen is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen van deze programmabegroting.
Septembercirculaire 2025
Op het moment van het aanbieden van deze begroting is de septembercirculaire van het Rijk net een paar dagen binnen. Omdat dit te laat is om de uitwerking van deze circulaire nog in deze begroting te verwerken ontvangt u daarom, zoals u van ons gewend bent, op korte termijn een raadsvoorstel met een toelichting op de ontwikkelingen uit de septembercirculaire en de financiële effecten. Dit voorstel wordt voor dezelfde raadsvergadering geagendeerd als de programmabegroting, zodat u de uitkomsten hierbij kunt betrekken.
Wij zijn er trots op dat wij u een sluitende begroting voor 2026, een jaar vol kansen voor uw raad, onze inwoners, instellingen en bedrijven om samen doelen te bereiken en nieuwe mogelijkheden te benutten voor te kunnen leggen.
Burgemeester en wethouders gemeente Aalsmeer