Inleiding
"Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de levensbehoeften van de huidige generatie, zonder die van de toekomstige generaties tekort te doen. Het gaat hierbij om een ideaal evenwicht tussen economische, sociale en leefomgevingsbehoeften en bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen." (definitie duurzaamheid volgens CBS).
Klimaatverandering wordt (mede) veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen. Hierdoor wordt het steeds warmer op aarde. Dit heeft vele nadelige gevolgen waaronder de stijging van de zeespiegel. Daarnaast worden weersomstandigheden steeds extremer. Bijvoorbeeld hittegolven in combinatie met droogte of zware regenval en wateroverlast. Om verdere klimaatopwarming tegen te gaan is het onder andere nodig onze energievoorziening te verduurzamen (mitigatie) en aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie).
Klimaatakkoord, beleid en ambities
Het Klimaatakkoord omvat afspraken om de nationale broeikasgasuitstoot in 2030 met 55 tot 60% terug te dringen ten opzichte van 1990. In 2050 moet dit 95% minder CO2-uitstoot zijn ten opzichte van 1990. Om de taken uit het Klimaatakkoord uit te voeren, ontvangen gemeenten sinds 2022 een rijksbijdrage. Om in 2050 een klimaatneutrale gemeente te zijn is het nodig tot 2030 een versnelling voor te bereiden. Zodat 80% van de opgave in 2040 gerealiseerd is en in de periode tot 2050 de laatste 20% wordt gerealiseerd.
Het SCP rapport Klimaat en Samenleving van april 2025 stelt dat volgens het Planbureau voor de Leefomgeving eind 2023 rapporteerde dat het nationale klimaatdoel voor 2023 in zicht was. Echter, lijkt dit doel volgens de nieuwste prognoses uit zicht. Verder stelt het rapport dat het Europees Milieuagentschap signaleert dat Europa het snelst opwarmende continent is van de wereld.
Landelijke ontwikkelingen energiebeleid
Het Rijk heeft twee belangrijke programma's opgesteld om de Energietransitie te versnellen. Dit zijn het beleidsprogramma Klimaat en het beleidsprogramma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. De programma’s betrekken we bij verdere lokale beleidsontwikkeling (Masterplan Energie) en de uitvoering. Sinds 2022 ontvangen gemeenten een rijksbijdrage voor de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord. Op basis van deze middelen is en wordt extra formatie aangetrokken. Daarnaast maakt Aalsmeer gebruik van verschillende incidentele rijksuitkeringen voor bijvoorbeeld de nationale isolatie aanpak.
Ook wordt de wettelijke context ten aanzien van de Energietransitie verbeterd. Dit betreft bijvoorbeeld de Wet collectieve warmte, de Energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. Deze laatste wet geeft gemeenten de bevoegdheid om te bepalen wanneer en hoe een wijk van het aardgas af gaat en welk alternatief wordt geboden. Keuzevrijheid en kosteneffectiviteit zijn daarbij belangrijke ingrediënten.
Op basis van het Raadsprogramma 2022-2026 werken we onder andere aan (de uitvoering van) het Masterplan Energie, het klimaatakkoord, en het Programma Duurzaamheid. Hierin geven we invulling van de gemeentelijke taken vanuit het Klimaatakkoord, zoals het warmteprogramma en de Regionale Energiestrategie.
Samenwerking
De gemeente Aalsmeer continueert verschillende regionale samenwerkingsverbanden gericht op het verduurzamen van de gebouwde omgeving, zowel op het gebied van beleidsontwikkeling als uitvoering. Denk hierbij aan Energieregio Noord-Holland Zuid, Task Force Energietransitie (regio Greenport Aalsmeer), Programma Versnellen Aardwarmte MRA, Greenport Aalsmeer, Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Servicepunt Duurzame Energie. Ook blijft de gemeente in MRA verband samenwerken in het kader van een circulaire economie.
Wat willen we bereiken?
De realisatie van deze doelen voeren wij uit via de volgende lijnen:
A. Circulaire economie
Het Rijk heeft een nationaal programma circulaire economie (NPCE) opgesteld. Daarin is aandacht voor het faciliteren en stimuleren van duurzame, circulaire ketens. Het Rijk en Europa willen dat vanaf 2030 alle overheidsaanbestedingen circulair zijn. Aalsmeer streeft naar de realisatie van een circulaire economie in 2040. Waar mogelijk stimuleert en faciliteert de gemeente initiatieven op dit gebied. Ook wordt de bijdrage van CE aan biodiversiteit, milieu en leveringszekerheid van grondstoffen aangegeven in het NPCE.
We zetten in op het verminderen van afval, het stimuleren van het gebruik van duurzame hernieuwbare grondstoffen en hergebruik van grondstoffen. We faciliteren initiatieven en ondernemers uit Aalsmeer die positieve circulaire gevolgen hebben voor de lokale economie. Het 'Van afval-naar-grondstofbeleid 2021 - 2025' beschrijft de afvaldoelstellingen waar Aalsmeer zich aan committeert. Dit zijn de landelijke VANG-doelstellingen om onder de 100 kilo restafval per inwoner per jaar te komen en om 75% van het afval te scheiden. In 2025 is deze aangevuld met het streven om 60% van het huishoudelijk afval te recyclen. Met de focus op recycling bereidt de gemeente zich voor op de Europese doelstellingen om in 2035 65% van het afval te kunnen recyclen.
B. Klimaatadaptatie en biodiversiteit
Klimaatadaptatie
In 2050 heeft de gemeente een openbare ruimte die zo klimaatadaptief als mogelijk is. Aanpassing van de openbare ruimte aan de verandering van het klimaat, door o.a. de verwachte toenemende neerslag zonder grote waterschades verwerkt kan worden, de negatieve effecten van verwachte toename van temperatuur (hittestress) en droogte zo klein mogelijk blijven en de kans op overstromingen uit oppervlaktewater minimaal blijft.
Biodiversiteit
Biodiversiteit gaat over alles wat leeft. De wereld kan niet zonder biodiversiteit. Dit zorgt namelijk (indirect) voor bijvoorbeeld de productie van zuurstof, kringloop van voedingsstoffen en mineralen, bestuiving van planten (waaronder landbouwgewassen), waterzuivering en het beheersen van plagen. Biodiversiteit betekent voor de mens voedsel, bouwmateriaal, brandstof (hout) en grondstoffen voor kleding (zoals katoen) en medicijnen. Wij stellen ons ten doel om de grote rijkdom aan soorten dieren, planten en micro-organismes die onze gemeente kent, in ons denken en doen te respecteren en waar nodig of wenselijk beleidsmatig en in beheer te beschermen en of te stimuleren.
C. Energietransitie
Aalsmeer wil op basis van het Raadsprogramma 2022 – 2026 in de periode 2040 - 2050 een klimaatneutrale gemeente realiseren en voldoen aan de afspraken uit het Klimaatakkoord. De transitie richting klimaatneutrale gemeente heeft een grote impact op de lokale samenleving en bestaat uit verschillende opgaven. Kort gezegd betekent dit werken aan energiebesparing en het verduurzamen (fossiel onafhankelijk invullen) van het resterende energiegebruik. Zie daarvoor ook het Masterplan Energie wat in 2025 is vastgesteld door de Raad.
D. Vanuit de samenleving
Wij stellen ons open voor particuliere en overheidsinitiatieven die een bijdrage leveren aan duurzaamheid en bevordering van een goed klimaat. Hiermee sluiten wij aan bij de gangbare praktijk rond het energiebeleid.
Wat gaan we daarvoor doen?
In 2026 geven aan de realisatie van deze doelen op de volgende wijze uitvoering:
A. Circulaire economie
Plein voor Hergebruik
Aalsmeer heeft als eerste aandeelhouder een langdurige relatie met de Meerlanden. De gemeente en Meerlanden delen de circulaire ambities voor hoogwaardige verwerking, hergebruik en recycling van materialen. In 2024 startte de Meerlanden met de pilot Plein voor Hergebruik op de milieustraat in Rijsenhout. Op het Plein voor Hergebruik kunnen inwoners materialen inleveren die nog een tweede leven kunnen hebben. Naast goederen voor de kringloop is hierbij extra aandacht voor E-waste. De pilot, die tot stand is gekomen via een landelijke subsidie vanuit het Programma Circulair Ambachtscentrum, levert input voor de inrichting van de milieustraat van de toekomst.
Afval
Het restafval wordt sinds december 2023 afgevoerd en nagescheiden bij Omrin. Door te kiezen voor nascheiding van het Plastic, Metaal en Drankenkartons (PMD) uit het restafval is het eenvoudiger voor de inwoners om afval aan te bieden. Omrin investeert in innovatieve technologie om zoveel mogelijk recyclebare materialen uit het afval te scheiden.
We faciliteren ook in 2026 particuliere initiatieven ten behoeve van ondernemingen die een bijdrage leveren aan circulaire economische bedrijfsvoering. Met de Greenport Aalsmeer wordt gewerkt aan een tuinbouwsector die in 2050 duurzaam en circulair is.
In 2025 heeft Aalsmeer meegedaan aan de landelijke Benchmark Afval. Hiermee toetsen en vergelijken we resultaten op het gebied van afvalbeheer.
Bedrijfsvoering
We gaan door met interne duurzame bedrijfsvoering. We gebruiken groene energie, afwasbare koffiebekers en hebben e-bikes beschikbaar voor pendelverkeer, hebben een gemeenschappelijk aanbestedings- en inkoopbeleid en zijn fair trade gemeente.
B. Klimaatadaptatie en biodiversiteit
Klimaatadaptatie en biodiversiteit is standaard onderdeel in alle projecten en werkprocessen van de organisatie, zoals bestekken ter uitvoering van projecten in de openbare ruimte en woningbouw, via draagvlak en bewust- wording en via monitoring en leren. Het klimaatbestendig maken van de wijken doen we samen met de bewoners. We gaan een project doen om bewoners hiermee te ondersteunen. Verder zijn we begunstiger van Stichting Steenbreek, maken gebruik van hun communicatiematerialen en doen jaarlijks mee aan het door Stichting Steenbreek georganiseerde NK Tegelwippen.
Bomen zorgen voor een gezonde en aantrekkelijke openbare ruimte. Bomen dragen ook bij aan de uitdagingen van het veranderende klimaat, zoals het verminderen wateroverlast bij hevige regenbuien en het verminderen van hitte in woonwijken. In 2024 is daarom de waardevolle bomenlijst geactualiseerd. Deze bomen, particulier of gemeentelijk, zijn kapvergunning plichtig aangezien deze bomen een bijzondere waarde voor de omgeving hebben.
Daarnaast hebben we aandacht voor hittestress, droogte, watervoorziening en waterveiligheid in bredere zin in ruimtelijke plannen en vergunningen.
Duurzaam maaibeheer
Meerlanden is in 2023 een pilot duurzaam maaibeheer gestart. Om de biodiversiteit te verhogen en verbeteren worden delen van Aalsmeer gerichter (1x per jaar i.p.v. 6x per jaar) en op een geschikter moment gemaaid (na mei), en het maaisel wordt afgevoerd. Vanwege de veiligheid wordt het maaien van de 1-meter stroken langs voet- en fietspaden uiteraard gehandhaafd. Met name het later maaien ‘Maai-mei-niet’ is voor de insecten gunstig. Voor een verdere ontwikkeling naar bloemrijke bermen is tijd nodig.
Daarnaast hanteren we de gedragscode flora en fauna van Stadswerk. Hiermee waarborgen we een zorgvuldige omgang met beschermde planten en dieren bij ruimtelijke ontwikkelingen en beheer/onderhoud van de openbare ruimte. Verder faciliteren we ook in 2026 de aanleg van broeihopen voor ringslangen door vrijwilligers.
C. Energietransitie
In samenwerking met (lokale) stakeholders en inwoners is door de raad het Masterplan energie (MPE) vastgesteld. Dat geeft de ambities en kaders voor het energiebeleid en biedt een duidelijk handelingsperspectief voor de energietransitie in Aalsmeer en Kudelstaart.
Hieruit volgt een uitvoeringsprogramma van gemeente en samenwerkingspartners (uitvoeringscoalitie) met te bereiken doelen over vijf jaar, ingevuld met activiteiten en projecten met een looptijd van twee jaar. Dit programma omvat het huidige energiebeleid, (wettelijke) verplichtingen o.a. vanuit het Klimaatakkoord en de nieuwe plannen uit het Masterplan Energie. Na twee jaar actualiseren we het programma.
Ondersteuningsaanpak samenleving
De energieprijsontwikkeling en inflatie hebben gevolgen voor de koopkracht van inwoners. Daarom werken we aan energiebesparing en het tegengaan van energiearmoede. Denk aan voorlichting over gemeentelijke regelingen, het inzetten van energiecoaches, een klusteam voor mensen die hulp kunnen gebruiken bij uitvoering van kleine maatregelen of wijkgerichte acties. We trekken hierin op met organisaties uit het sociaal domein en Eigen Haard.
Om inwoners met een koopwoning te ondersteunen met energie besparen en woningen voor te bereiden op een toekomst zonder aardgas is de lokale aanpak isolatie Aalsmeer opgezet. Deze aanpak richt zich op woningen met een slecht energielabel (DEFG-labels) en een lagere WOZ dan het gemiddelde in Aalsmeer. Deze huishoudens ontvangen een extra korting boven op de landelijke subsidies als ze isolatiemaatregelen nemen. Deze aanpak voeren we uit in samenwerking met het Regionaal Energieloket. Via het Servicepunt Energieadvies Aalsmeer ondersteunen we inwoner initiatieven, VvE's en maatschappelijke organisaties en werken we verder aan het stimuleren van zonne-energie op (grote) daken.
Via de ondersteuningsaanpak ondersteunen we verschillende doelgroepen in de energietransitie. Denk aan koopwoningeigenaren, huurders, maatschappelijke organisaties, inwonersinitiatieven en particuliere verhuurders, etc. Dit doen we omdat verduurzamen vaak complex en ingewikkeld is. Daarom stimuleren, adviseren en ontzorgen We nemen drempels weg en maken verduurzamen makkelijker en leuker. Daarnaast hebben de energieprijsontwikkeling en inflatie gevolgen voor de koopkracht van inwoners. Door energiebesparing te stimuleren leveren we een bijdrage aan het verminderen van energiearmoede. We ondersteunen de samenleving op verschillende manieren:
1. Lokale aanpak isolatie Aalsmeer
In 2026 zetten we de lokale aanpak isolatie Aalsmeer voort. De aanpak richt zich op het stimuleren en ontzorgen van woningeigenaren bij het isoleren van woningen met een slecht energielabel (DEFG) en gemiddeld lage WOZ waarde van de woning. Daarnaast richt de aanpak zich op het ontzorgen en begeleiden van minima in een koopwoning. Deze activiteit levert een bijdrage aan het reduceren van CO2 en zorgt voor een koopkrachtverbetering bij woningeigenaren.
2. Energiearmoede aanpak
De energiearmoede aanpak richt zich via verschillende activiteiten op het tegen gaan van energiearmoede. Denk hierbij aan een EnergiebespaarDienst die maatregelen aanbrengt en tips geeft aan inwoners om energie te besparen. Ook zetten we energiecoaches in die bewoners helpen energie te besparen. Deze activiteit levert een bijdrage aan het reduceren van CO2 en zorgt voor een koopkrachtverbetering bij woningeigenaren.
3. Servicepunt Energieadvies Aalsmeer
Het servicepunt ondersteunt initiatieven van collectieven, maatschappelijke instellingen en VVE’s met advies en begeleiding bij verduurzamingsprojecten. Deze activiteit levert een bijdrage aan het reduceren van CO2 en de opwek van duurzame energie.
4. Energieloket
In samenwerking met het energieloket ondersteunen en ontzorgen we woningeigenaren bij het verduurzamen van woningen door het aanbieden van het energieloket. Woningeigenaren kunnen terecht bij een helpdesk voor advies en groepsaankopen. Hiermee leveren we een bijdrage aan het reduceren van de CO2-uitstoot en de opwek van duurzame energie.
Elektriciteitsinfrastructuur
De gemeente Aalsmeer en Liander werken aan een aanpak om het elektriciteitsnet in meerdere buurten in Aalsmeer toekomstbestendig te maken door middel van het plaatsen van trafo-huisjes. Daarnaast werken we in samenwerking met de provincie, gemeenten, netbeheerders en andere partijen aan een robuuste, adaptieve en betaalbare elektriciteitsinfrastructuur. Een goed elektriciteitsnet is een randvoorwaarde voor de energietransitie.
D. Vanuit de samenleving
Nationale Klimaatweek
In de afgelopen jaren deed de gemeente Aalsmeer mee met de Nationale Klimaatweek. Tijdens de Nationale Klimaatweek vragen we samen met klimaatburgemeester, bewoners en bedrijven aandacht voor klimaatverandering. We organiseren activiteiten met als thema bijvoorbeeld energiebesparing, klimaatbestendige tuin en verspilling. Ook stellen we de mogelijkheid open voor (her)benoeming van een klimaatburgemeester, die interactief schakelt over klimaatdoelen tussen gemeentebestuur en inwoners. In 2026 doen we hier opnieuw aan mee.
Waar staan we nu?
Komend jaar ontwikkelt de gemeente een monitor, waarmee beoogd wordt beter inzicht te krijgen in de mate waarin de veelheid van activiteiten binnen de drie pijlers van het programma duurzaamheid bijdragen aan de doelen die gesteld zijn. Startpunt van het opstellen van het Programma Duurzaamheid is het doen van een nulmeting. Per programmalijn gaan we per doelstelling de voortgang in beeld brengen, houden en updaten. Hiervoor gaan we openbare data en data op projectniveau gebruiken. We ontwikkelen een monitoringstool met indicatoren. Uitgebreide uitwerking van de indicatoren en een nulmeting vindt daarom op een later moment plaats. Vooralsnog maken wij voornamelijk gebruik van indicatoren uit (nu bekende) openbare bronnen, zoals de Klimaateffectatlas, klimaatmonitor en waarstaatjegemeente.
A. Circulaire economie
Aalsmeer is in 2022 overgegaan op het nascheiden van plastic. Daarom gebruiken we 2023 als peiljaar voor afval. In 2023 is de gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner 137 kilo. Afvalscheiding: 64% van het afval werd in 2023 gescheiden aangeboden. In 2022 was het recyclingspercentage van het Aalsmeerse afval 55,1%.
Bronnen:
Meerlanden Beleidsmonitor Aalsmeer:
Voor de ontwikkeling van een circulaire economie in Aalsmeer zijn verder nog geen indicatoren en streefwaarden opgenomen. Wel zijn er landelijke doelstellingen. Er bestaat echter nog geen inzicht in de huidige situatie in Aalsmeer en de gemeente heeft op dit moment ook geen specifiek beleid op circulaire economie. Het duurzaamheidsbeleid uit 2016 biedt hiervoor ook te weinig handvatten. Op landelijk niveau is verdere ontwikkeling van maatregelen om de doelen te realiseren en de resultaten te monitoren noodzakelijk. Naar verwachting komt het Rijk in 2025 met het Nationaal Programma Circulaire Economie.
B. Klimaatadaptatie en biodiversiteit
We hebben de door de raad vastgestelde Agenda en actieplan klimaatadaptatie Aalsmeer 2021-2026 op alle onderdelen zo compleet mogelijk in uitvoering. Klimaatadaptieve maatregelen vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan zijn niet apart inzichtelijk te maken.
De ontwikkeling van indicatoren is onderdeel van de nog te ontwikkelen monitor.
C. Energietransitie
Na vaststelling van het Masterplan Energie beschikt Aalsmeer over een monitor voor het volgen en (bij)sturen van de CO2 voetafdruk van Aalsmeer en een governancemodel voor de samenwerking met alle betrokken partijen. De indicatoren worden dan heroverwogen.
Omschrijving | Bron | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal bekend energiegebruik in Terajoule – excl. verkeer en vervoer | Klimaatmonitor | 3267 | 3086 | 3041 | 3111 | |||
Totaal elektriciteitsverbruik van woningen in GWh (geleverd via het net) | Klimaatmonitor | 39,9 | 38,5 | 38,9 | 40 | 37,7 | 41,5 | |
Totaal aardgasverbruik woningen in miljoen m3 (temperatuur gecorrigeerd) | Klimaatmonitor | 17,9 | 17,9 | 18 | 17,7 | 17,6 | 15,8 | |
CO2-uitstoot Aalsmeer in kton – excl. auto(snel)wegen | Klimaatmonitor | 245 | 225 | 210 | 197 | |||
Totaal bekende hernieuwbare energie in Terajoule | Klimaatmonitor | 71,8 | 90,8 | 104,8 | 121,9 | 159,3 | 212 |
* Deze cijfers komen uit de Klimaatmonitor. Over het algemeen loopt deze 1 à 2 jaar achter. We gebruiken daarom de meest recente cijfers. Het effect van uitgevoerd beleid is niet direct het jaar daarop terug te zien in de cijfers.
Wat mag het kosten?
Onderstaande tabel laat per thema A tot en met D, een onderscheid zien naar exploitatiebudgetten en bijdragen derden (Rijk, provincie).
De verantwoording volgt conform programmabegroting in de jaarstukken.
We benutten rijksmiddelen (zoals CDOKE) om uitvoering te geven aan het Masterplan Energie en waar mogelijk het nog vast te stellen programma duurzaamheid.
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|
A. | Circulaire economie | PM | PM | PM | PM |
Maatregelen inzake circulaire economie maken ook onderdeel uit van de uitvoering van taken die we al doen. Denk aan maatregelen volgend uit het Van afval- naar grondstofbeleid. Deze zijn niet apart inzichtelijk te maken. Ook personele kosten worden niet inzichtelijk gemaakt. In 2025 wordt het programma duurzaamheid. Onderdeel van de uitvoeringsagenda zijn voorstellen voor circulaire economie vanuit de nog toe te delen budgetten klimaat en duurzaamheid. | |||||
B. | Biodiversiteit | PM | PM | PM | PM |
Maatregelen inzake biodiversiteit maken ook onderdeel uit van de uitvoering van taken die we al doen. Denk aan het duurzaam maaibeleid. Deze zijn niet apart inzichtelijk te maken. Ook personele kosten worden niet inzichtelijk gemaakt. In 2025 wordt het programma duurzaamheid afgerond. Onderdeel van de uitvoeringsagenda zijn voorstellen voor biodiversiteit vanuit de nog toe te delen budgetten klimaat en duurzaamheid. | |||||
C. | Klimaatadaptie | ||||
Plan klimaatadaptatie | 41.800 | ||||
Dekking uit reserve klimaatadaptatie | -40.000 | ||||
D. | Energietransitie | ||||
Uitvoering energiebeleid | 47.000 | 0 | 0 | 0 | |
Servicepunt energieadvies | 40.000 | 40.000 | |||
Personele kosten energietransitie | 646.000 | 59.000 | 59.000 | 59.000 | |
Dekking uit CDOKE middelen | -692.400 | -58.400 | -58.400 | -58.400 | |
E. | Overige klimaatgerelateerde uitgaven | ||||
F | Nog toe te delen budgetten klimaat en duurzaamheid | ||||
Er is geen bestedingsplan van de nog toe te delen budgetten klimaat en duurzaamheid. In 2024 en 2025 wordt het Masterplan Energie en het programma duurzaamheid opgesteld. Onderdeel van de uitvoeringsagenda's zijn voorstellen voor de nog toe te delen budgetten klimaat en duurzaamheid. | 221.100 | 351.100 | 351.100 | 351.100 | |
Totaal budget klimaat en duurzaamheid | 263.500 | 391.700 | 351.700 | 351.700 | |
Bestemmingsreserves | |||||
Er is geen geactualiseerd bestedingsplan van de bestemmingsreserve duurzaamheid. In 2024 en 2025 wordt het Masterplan Energie en het programma duurzaamheid opgesteld. Onderdeel van de uitvoeringsagenda's zijn | 221.000 | ||||
Uitvoering van de verordening duurzaamheidslening en duurzaamheidsfonds door SVn: resterende middelen per 31 december 2024 | |||||
Vijfentwintig jaar geleden heeft de gemeente besloten het geld dat vrij kwam uit de verkoop van de aandelen Bouwfonds in te zetten voor het verstrekken van startersleningen en duurzaamheidsleningen. Beheer van deze uit te zetten en uitgezette middelen vindt plaats door Stichting Volkshuisvesting Nederland. Ultimo 2024 is voor het aangegeven doel in totaal nog € 596.000 beschikbaar. | 347.000 | ||||
SVn Duurzaamheidslening | 249.000 | ||||
Totaal uit te zetten leningen | 596.000 |
- De gemeente heeft van het Rijk zogenaamde CDOKE (Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid) ontvangen. Hiermee kan de gemeente personele capaciteit aanstellen voor het uitvoeren van klimaat en energiebeleid en het Masterplan Energie.
Om regie te verkrijgen op de ontwikkelingen op het gebied van collectieve warmte en om de snelheid van de huidige ontwikkelingen in de markt te kunnen blijven volgen stellen we een warmteadviseur aan voor 2026. Op basis van een haalbaarheidsstudie naar de kansen van een groter collectief warmtenet voor (met name) de glastuinbouw, worden stappen gezet om deze te gaan ontwikkelen. Deze ontwikkeling is cruciaal. Niet alleen om te werken aan een toekomstbestendige tuinbouwsector maar ook omdat het elektrificeren van de warmtevoorziening van de tuinbouwsector onwenselijk is vanwege het grote ruimtebeslag, zeer hoge financiële investeringen vraagt en het realisatietempo laag ligt. Om regie te verkrijgen op de warmte ontwikkelingen en de snelheid van deze ontwikkelingen bij te kunnen benen is het nodig een warmteadviseur aan te trekken. Deze warmteadviseur wordt verantwoordelijk voor de relevante beleidsontwikkeling en uitvoering op het thema warmte (en koude) voor gemeente Aalsmeer i.s.m. relevante partijen (zoals Greenport Aalsmeer, buurgemeenten Uithoorn, Amstelveen, Provincie Noord Holland, Servicepunt Duurzame Energie Noord-Holland. De warmteadviseur richt zich daarbij uitdrukkelijk ook op het verkennen van de mogelijkheden van duurzame warmte voor de gebouwde omgeving (woningen en utiliteit) van Aalsmeer.
Daarnaast vragen ontwikkelingen op het gebied van energietransitie meer inzet om te kunnen adviseren over energie (en duurzaamheid) bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestemmingsplan wijzigingen, herstructurering, nieuwbouw, etc. dan daarvoor binnen de dienstverleningsbijdrage capaciteit beschikbaar is. Daarom stellen (tijdelijk) extra capaciteit aan en dekken deze uit de CDOKE middelen van het Rijk.