De risico’s die in deze begroting worden genoemd zijn een herijking van de risico’s die in de jaarstukken 2024 zijn opgenomen. De eerder opgenomen risico’s zijn beoordeeld op het nog steeds van toepassing zijn en of het opgenomen risicobedrag nog valide is. Daar waar nodig zijn aanpassingen doorgevoerd en zijn nieuwe risico’s opgevoerd en niet meer van toepassing zijnde risico’s verwijderd.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de risico's uit de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de jaarstukken 2024 zijn:
- nieuw risico is dat de verbrandingsbelasting gaat toenemen van nu € 40 per ton naar tussen de € 140 en € 190 per ton in 2030. Via de afvalverbranding en CO2 heffing is het voornemen van het Rijk om de inwoners te belasten. Omdat dit gaat om een mogelijk Nederlandse maatregel is zou dit kunnen leiden tot verplaatsing van afvalstromen naar het buitenland (grensregio's en bedrijfsafval), wegvallen van de import van afval, onvoldoende aanbod ten opzichte van de verbrandingscapaciteit en daarmee omvallende verbrandingsinstallaties.
- nieuw risico: nieuwbouw zwembad
Bij de nieuwbouw van het zwembad is er sprake van een risico dat de investering hoger uitkomt dan in de programmabegroting is geraamd door vertraging, hogere bouwkosten of rente, tegenvallende subsidie-inkomsten of wijzigingen in het BTW/ SPUK regime. - nieuw risico: weerbare samenleving
Risico van incidentele extra kosten bovenop het door de raad in de Kadernota 2026 beschikbaar gestelde budget ten behoeve van weerbaarheid in geval van langdurige stroomuitval.
Evenals bij de jaarstukken zijn de risico’s inzichtelijk gemaakt aan de hand van een globale kansberekening. Daarbij is per risico aangeven wat de kans is dat het risico zich voordoet en wat het mogelijke financieel gevolg is. Uit de risico-inventarisatie volgen 84 risico’s.
De risico’s met de grootste financiële impact zijn in onderstaande tabel opgenomen. Wanneer de 10 grootste risico’s zich tegelijkertijd en in hun volle omvang voordoen, leidt dat tot € 136.105.000 aan kosten.
Voor de overige 75 kleinere risico’s gaat het om een aanvullend bedrag van € 59.706.250.
Over de geïnventariseerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt uitgevoerd, omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 195.811.250) ongewenst is. De risico's treden immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang op. Uit de simulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 17.996.500. Dit bedrag is onderdeel van het “benodigde weerstandsvermogen”.
# | Risico identificatie | Kans % | Impact max. | Verwachte waarde | Invloed% |
|---|---|---|---|---|---|
1 | Onvoorziene omstandigheden met een niet kwantificeerbare kans of impact | 15 | 14.405.000 | 1.080.375 | 10 |
2 | Fouten in belastingverordening WOZ | 10 | 15.500.000 | 775.000 | 7 |
3 | Lagere inkomsten bouwleges door vertraging projecten | 85 | 1.500.000 | 637.500 | 6 |
4 | Fouten in verordeningen retributies (kostendekkende leges) | 10 | 13.300.000 | 610.000 | 6 |
5 | Korting op uitkeringen terwijl activiteiten vanuit de gemeente doorgaan | 80 | 1.500.000 | 600.000 | 6 |
6 | Niet realiseren van (afgesproken) taakstellingen | 50 | 3.400.000 | 650.000 | 6 |
7 | Garantstellingen | 1 | 81.000.000 | 405.000 | 4 |
8 | Herziening van verkeerssituatie(s) binnen gemeente | 50 | 1.500.000 | 375.000 | 4 |
9 | Meer 65 plussers leidt tot groter beroep op de WMO | 85 | 1.000.000 | 425.000 | 4 |
10 | Virussen en/ of hacking | 30 | 3.000.000 | 450.000 | 4 |
