In het BBV is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit.
Bij het beschikbaar weerstandsvermogen gaat het om vrij besteedbare middelen die eenmalig ingezet kunnen worden om de financiële gevolgen van de risico’s die zich voordoen te kunnen opvangen. Hierna wordt per onderdeel toegelicht hoe de Aalsmeerse weerstandscapaciteit is samengesteld.
Algemene reserve
De geprognosticeerde stand van de algemene reserve op 31 december 2025, na verwerking van de resultaatbestemming 2024 en de toevoegingen en onttrekkingen 2025 waarover door de raad reeds een besluit is genomen, bedraagt € 39.877.000.
Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves zijn reserves die met een raadsbesluit een specifieke aanwending/bestemming hebben gekregen. Om deze reserves daadwerkelijk in te kunnen zetten om tegenvallers/calamiteiten op te vangen, is een raadsbesluit nodig om de bestemming te wijzigen. De mate van “hardheid” (ingezet beleid, aangegane verplichtingen) kan ook per reserve verschillen. Om deze reden worden bestemmingsreserves in principe niet gerekend tot de weerstandscapaciteit. Dit is conform het uitgangspunt in de gemeentelijke nota weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Aalsmeer heeft een bestemmingsreserve sociaal domein. Deze reserve is bedoeld om tekorten binnen het sociaal domein binnen het programma op te lossen, vanwege een aantal open einde regelingen die binnen dat programma zijn opgenomen met de bijbehorende risico’s. Deze risico's maken onderdeel uit van de 84 risico's uit onze risico-inventarisatie. Om die reden mag de bestemmingsreserve sociaal domein worden meegeteld voor het beschikbaar weerstandsvermogen.
Hetzelfde geldt voor de bestemmingsreserve voorlopige winsten grondexploitaties. Ook hiervoor geldt dat de risico's onderdeel zijn van de risico-inventarisatie en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit. Dat valideert het opnemen van deze bestemmingsreserve als onderdeel van het beschikbare weerstandsvermogen.
Onbenutte belastingcapaciteit
Een belangrijke inkomstenbron voor gemeenten is de Onroerende zaakbelasting (OZB). Het is de individuele gemeente die de hoogte hiervan vaststelt. Er is geen limiet aan de OZB gesteld, een gemeente mag deze verhogen (of verlagen) naar eigen inzicht. Op het moment dat een gemeente in de financiële problemen komt en beroep doet op de artikel 12 status, eist het Rijk dat de OZB op een bepaald niveau wordt gebracht. Het verschil tussen het daadwerkelijke OZB-tarieven van een gemeente en het artikel 12 niveau, wordt de onbenutte belastingcapaciteit genoemd. De onbenutte belastingcapaciteit van Aalsmeer bedraagt € 2.300.000.
Post onvoorzien
Iedere gemeente moet in de begroting een budget voor onverwachte tegenvallers opnemen, de stelpost onvoorzien. Deze post kan worden ingezet als dekking voor kleine onvoorziene kosten. In Aalsmeer bedraagt deze post € 31.900.
Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat daarmee uit de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien.
Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die te laag of op nul zijn gewaardeerd doch die direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Een stille reserve kan alleen deel uitmaken van de beschikbare weerstandscapaciteit als deze activa snel te verkopen zijn, of dat besluit (expliciet) al is genomen. Gezien de geringe verhandelbaarheid van de meeste gemeentelijke eigendommen van Aalsmeer of wenselijkheid van het bezit daarvan is eerder besloten deze niet mee te nemen in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Samengevat bedraagt het geprognosticeerd beschikbaar weerstandsvermogen in deze begroting 2026:
Bedragen x € 1.000 | |
Algemene reserve | 39.776 |
|---|---|
Onbenutte belastingcapaciteit | 2.300 |
Bestemmingsreserves | |
- sociaal domein | 356 |
- voorlopige winsten grondexploitaties | 6.593 |
Onvoorzien | 32 |
Beschikbaar weerstandsvermogen (B) | 49.057 |
Het beschikbaar weerstandsvermogen is ten opzichte van dat opgenomen in de jaarstukken 2024 toegenomen als gevolg van het verwachte positieve resultaat 2025 en de toevoeging vanuit de CUP middelen conform het raadsbesluit van 3 november 2022.
